Jeneson, Karen | HHSG-25 | 2015 | De thermen van Heerlen opnieuw bekeken. De onderzoeksgeschiedenis van het Romeinse badhuis. | 32-51 |
De eeuw tussen 1850 en 1950 is de bloeiperiode van de Romeinse archeologie in Zuid-Limburg. Hoofdrolspelers zijn Habets en Goossens. Zij onderzoeken in Zuid-Limburg een groot aantal Romeinse vindplaatsen, zoals de villa Vlengendaal bij Bocholtz en de villa Ravensbosch bij Valkenburg. Het Romeinse badhuis aan de Coriovallumstraat in Heerlen wordt relatief gezien pas vrij laat ontdekt in 1940. In 1977 opent het Thermenmuseum zijn deuren. Toch zal in 2015 gestart worden met nieuw archeologisch en bouwtechnisch onderzoek naar het badhuis. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag waarom dit nieuwe onderzoek nodig is. | ||||
Jeneson, Karen | HHSG-30 | 2021 | Romeins Zuid-Limburg in vogelvlucht. | 6-32 |
Dit artikel is een introductie op het Romeinse landschap van Zuid-Limburg. Op hoofdlijnen komen de belangrijkste elementen van dit landschap aan bod. Dat zijn onderdelen van het natuurlijke landschap die belangrijk waren voor de Romeinen, zoals de kalksteen en de lössbodem. Vervolgens wordt het specifieke Romeinse cultuurlandschap van Zuid-Limburg belicht, dat uniek is voor Nederland. De voornaamste soorten archeologisch bewijs worden besproken, waaronder de verschillende soorten rurale nederzettingen, de grafcultuur, de wegen en de steden. Enkele sleutel-sites krijgen hierbij extra aandacht. Dit landschap is geen op zich staand fenomeen, maar moet gezien worden in de regionale context van het Romeinse Rijk inhet noorden van Europa, waarbij de rijksgrens (limes) een belangrijke factor is. Ook dit komt in het artikel aan bod.. |